De alvleesklier is een orgaan dat zich bevindt achter de maag in de linkerbovenbuik. Het heeft twee belangrijke functies:
- Het produceren van hormonen: De alvleesklier produceert hormonen, zoals insuline en glucagon, die een belangrijke rol spelen in het reguleren van de bloedsuikerspiegel en het metabolisme van koolhydraten, vetten en eiwitten in het lichaam.
- Het produceren van enzymen: De alvleesklier produceert enzymen die nodig zijn voor de vertering van voedsel. Deze enzymen worden afgegeven in de dunne darm, waar ze helpen bij het afbreken van voedsel en het opnemen van voedingsstoffen in het lichaam. Bicarbonaat wordt geproduceerd om het maagzuur te neutraliseren voordat het de dunne darm bereikt. Het teveel aan maagzuur kan de darmen beschadigen en bicarbonaat helpt dit te voorkomen. De enzymen die vrijkomen in de dunne darm zijn van essentieel belang voor de vertering van voedsel en de opname van voedingsstoffen in het lichaam.
Er wordt steeds meer onderzoek verricht naar de metabole aspecten van (borst) kanker. Uit onderzoek blijkt dat verstoringen in het metabolisme mogelijk een rol spelen bij het ontstaan en de progressie van deze ziekte. Metabolisme omvat alle biochemische processen in het lichaam die nodig zijn voor energieproductie, celgroei, weefselonderhoud en andere essentiële functies. Wanneer deze processen verstoord zijn, kan dit leiden tot abnormale celgroei en bijdragen aan de ontwikkeling van kanker.
Veranderingen in de glucosestofwisseling kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van (borst)kanker.
Insulineresistentie is vaak geassocieerd met een verstoring van de vetstofwisseling in de alvleesklier.
Een belangrijk aspect van de glucosestofwisseling is de Warburg-effect. Dit is een proces waarbij kankercellen glucose anders verwerken dan gezonde cellen. In plaats van glucose om te zetten in energie via de mitochondriën, zoals gezonde cellen doen, zetten kankercellen glucose om in lactaat, zelfs in aanwezigheid van zuurstof. Dit proces is gunstig voor kankercellen omdat het hen in staat stelt om snel energie te produceren en te groeien, zelfs in omstandigheden met weinig zuurstof.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat het Warburg-effect wordt gereguleerd door verschillende signaalroutes in het lichaam, waaronder de PI3K/Akt-route en de AMPK-route. Verstoringen in deze routes kunnen leiden tot abnormale glucosestofwisseling en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van borstkanker.
De alvleesklier heeft het nog zwaarder wanneer de gal functie niet goed werkt om vetten af te breken. Als de galblaas niet goed werkt, kan er onvoldoende gal vrijkomen in de dunne darm, wat kan leiden tot problemen bij de spijsvertering en extra belasting van de alvleesklier.
Een mogelijke manier om de ontwikkeling van tumoren bij (borst) kanker te verminderen en de kans op herstel te verbeteren, is door de insulinegevoeligheid te verbeteren en de inname van glucose te reguleren. Het aanpassen van de manier waarop glucose in het lichaam wordt verwerkt, kan daarbij een belangrijke therapeutische strategie zijn bij de behandeling van (borst) kanker.
Verband tussen overmatige inname van ijzer en suiker en chronische ziekten: Rol van mTOR- en AMPK-paden en ijzerregulator hepcidine
Te veel ijzer en suiker eten kan leiden tot gezondheidsproblemen, zoals metabool syndroom, hartziekten, kanker, dementie, PCOS, hoge bloeddruk en diabetes type 2.
Copper and vitamin A zijn essentiële voedingsstoffen voor onze gezondheid, maar we krijgen er tegenwoordig minder van binnen dan vroeger. Dit komt door verschillende factoren zoals de veranderingen in ons voedselsysteem, waarbij voedingsmiddelen minder voedingsstoffen bevatten dan vroeger. Toevoeging van iron in supplementen, verrijkte producten en het gebruik van zaadoliën. Deze factoren kunnen leiden tot een disbalans en een tekort aan belangrijke voedingsstoffen die nodig zijn voor een goede gezondheid.
Het is belangrijk om te begrijpen hoe deze stoffen ons lichaam beïnvloeden. Bijvoorbeeld, suiker kan de mTOR-route stimuleren en te veel iron kan insulineresistentie veroorzaken. Hoge bloedsuikerspiegels kunnen leiden tot een ophoping van ijzer in onze cellen. Eiwitten zoals hepcidine spelen een belangrijke rol in de regulatie van ijzer en kunnen betrokken zijn bij problemen in de alvleesklier veroorzaakt door te veel suiker.
Veel mensen met diabetes hebben moeite met het verwerken van koolhydraten, maar het elimineren van deze voedingsstof is geen goede oplossing. Koolhydraten zijn namelijk de beste brandstof voor ons lichaam. Om de koolhydraattolerantie te verbeteren en de bloedsuikerspiegel te beheersen, is het beter om te kijken naar de oorzaken van de problemen. Een daarvan is het mineraal koper. Koper helpt bij het beheersen van ijzer, een belangrijke oorzaak van alle vormen van diabetes en bloedsuikerproblemen. Koper is de “sleutel” die ons vermogen ontgrendelt om opgeslagen ijzer te gebruiken en zo bloedarmoede, ontsteking, insulineresistentie en diabetes te voorkomen. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan koper kunnen helpen om de koolhydraattolerantie en bloedsuikercontrole te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn runderlever, bijenpollen, kreeft, garnalen, oesters, champignons, zoete aardappelen, krab en gelatine.
Samengevat:
Hepcidin is een stof in ons lichaam die helpt om het niveau van ijzer in ons bloed te reguleren. Wanneer het niveau van iron in ons bloed te hoog is, kan hepcidin helpen om de opname van iron te verminderen.
Echter, bij glucotoxiciteit (hoge bloedsuikerspiegel) kan de functie van hepcidin worden verstoord, waardoor er te veel ijzer in de alvleesklier wordt opgeslagen. Dit kan leiden tot disfunctie van de cellen in de alvleesklier die insuline produceren en uiteindelijk tot diabetes type 2.
Kortom, er is een verband tussen een teveel aan ijzer en suiker in ons dieet en het risico op chronische ziekten zoals diabetes type 2, en dit kan deels worden verklaard door de verstoorde functie van hepcidin in ons lichaam.
Dan hebben we nog virussen, bacteriën, schimmels en parasieten, die kunnen leiden tot pancreatitis.
In een wetenschappelijke review uit 2017, gepubliceerd in het tijdschrift Pancreatology en met als titel “Infectious etiologies of acute pancreatitis: a review”, wordt beschreven dat verschillende infectieuze micro-organismen, waaronder virussen, bacteriën, schimmels en parasieten, kunnen leiden tot pancreatitis.
Hier is een overzicht van de belangrijkste micro-organismen:
- Virussen: Hepatotrope virus, Coxsackie-virus, cytomegalovirus (CMV), humaan immunodeficiëntievirus (HIV), herpes simplex-virus (HSV), bof, varicella-zoster-virus
- Bacteriën: Mycoplasma, legionella, salmonella, leptospira
- Schimmels: Aspergillus
- Parasites: Toxoplasmose, cryptosporidium, Ascaris lumbricoides
Ascaris lumbricoides is de meest voorkomende parasiet die betrokken is bij acute pancreatitis.
IJzerregulatie belangrijk voor alvleeskliergezondheid en preventie van infecties
Iron is een voedingsstof die belangrijk is voor de groei van micro-organismen, zoals virussen, bacteriën, schimmels en parasieten. Wanneer deze micro-organismen zich in het lichaam bevinden, kunnen ze iron uit de omgeving opnemen en zichzelf voeden, wat kan leiden tot de groei van de infectie en verergering van de symptomen. Door het reguleren van de ijzerinname kan de groei van micro-organismen worden geremd en kan het immuunsysteem beter in staat zijn om de infectie te bestrijden. Dit kan worden bereikt door het verminderen van de ijzerinname en het verwijderen van overtollig iron uit het lichaam, bijvoorbeeld door een bloeddonatie of aderlating, en het herstellen van het Reticuloendotheliale systeem (RES). Het reguleren van de ijzerinname en -opname kan dus een belangrijke strategie zijn in de behandeling en preventie van infecties. Dit werk van Morley Robbins.
Andere Factoren die de gezondheid van de alvleesklier beïnvloeden
Naast infectieuze micro-organismen zijn er ook andere factoren die de gezondheid van de alvleesklier kunnen beïnvloeden, zoals galstenen, bepaalde geneesmiddelen zoals pijnstillers, hoge niveaus van vetten in het bloed, chronisch alcoholmisbruik en letsel aan de buik. Galstenen kunnen de afvoer van enzymen uit de alvleesklier blokkeren, wat kan leiden tot alvleesklierontsteking.
Er zijn verschillende manieren waarop je de gezondheid van uw alvleesklier kunt verbeteren, hoewel deze variëren afhankelijk van de persoon. Hieronder vindt u enkele suggesties:
- Eet voedzame oer-maaltijden en vermijd bewerkte voedingsmiddelen. Verhoog de inname van voedingsmiddelen die rijk zijn aan magnesium, copper and retinol en vetoplosbare vitaminen bevatten, zoals vitamine A, C, E, en K en D van 🌞.
- Overweeg om spijsverteringsbitters te gebruiken, die kunnen helpen bij het ondersteunen van de alvleesklier bij het produceren van spijsverteringsenzymen. Enkele voorbeelden van spijsverteringsbitters zijn: gentiaanwortel, geelwortel (kurkuma), duizendblad, engelwortel, paardenbloemwortel, gemberwortel, artisjokblad, mariadistelzaad, venkelzaad en pepermuntblad.
- Behandel eventuele onderliggende chronische infecties.
- Ondersteun de lever and galblaas.
- Raadpleeg je arts als je symptomen van pancreatitis hebt.